In het maandblad PSYCHOLOGIES magazine (nu in de winkel) lazen we een interessant artikel over ouder worden. 

We leven steeds langer en daar zijn we blij om. Tegelijkertijd kijken we angstig naar die extra jaren en willen we het begin van dat laatste hoofdstuk liefst zo lang mogelijk uitstellen. We willen allemaal ouder worden, maar niemand wil het zíjn. Waarom toch? 

Voor lezers met weinig tijd, hier een passage over Wifty in het artikel:

Er loopt iets heel erg fout in de beeldvorming omtrent vijftigplussers’, zeggen Ann Lemmens en Hélène Van Herck. Toen zij vier jaar geleden vijftig werden, waren ze verontwaardigd over het beeld dat in de media opgehangen wordt van de ‘rijpere vrouw’, zoals ze zich vanaf dan mochten noemen: als uitgebluste koppels, dobberend in een roeibootje, klaar om rustig op de achtergrond te verdwijnen. ‘Een beeld waar zelfs mijn ouders van tachtig zich niet in kunnen terugvinden’, aldus Ann. Om de media én hun leeftijdsgenoten te laten zien dat het leven heus niet stopt op je vijftigste, stampten Ann en Hélène WIFTY uit de grond, een online community voor en door women in their fifties die vertellen over hun leven, werk en passies.
‘We draaien het schrikbeeld om. Ouder worden is niet iets om bang van te zijn, het is léuk. Je hebt geen last meer van maandstonden, je kinderen zitten op kot of zijn het huis uit. Je hebt de wereld niets meer te bewijzen, want je hebt het allemaal al bewezen. Heerlijk, toch? Als vijftiger sta je middenin het leven. Je hebt al een pak levenservaring opgedaan, en tegelijkertijd staat er nog zoveel te gebeuren. Wij zijn de generatie die Madonna, punk en new wave heeft meegemaakt. We hebben goesting in het leven, zijn ambitieus en voelen ons aantrekkelijk. Het is tijd dat de wereld dat inziet.’ Vrouwen zoals Ann en Hélène zetten zich af tegen het heersende ouderdomsidee en weigeren om nog langer onzichtbaar zijn. ‘We krijgen bijna elke dag mailtjes van vrouwen die vertellen dat ze zich meer dan ooit goed in hun vel voelen. Vrouwen die dankzij de verhalen van andere vijftigplussers op onze website of Facebookpagina hun onzekerheid achter zich durven te laten en opnieuw vollop genieten van het leven. De aangroei van onze fans bevestigt dat positieve voorbeelden nodig zijn.’

Voor lezers met meer tijd, hier het volledige artikel:

Een magazine voor vijftigplussers pakt uit met ‘een leven lang stralend jong’ op de cover. Antirimpelcrèmes doen ons geloven dat een gave huid een belangrijk streefdoel is en veel geld waard is. Vrouwen van veertig vervloeken de vraag naar hun leeftijd of beantwoorden ze met een ‘moet je dat echt weten?’, alsof ze gedwongen worden iets te vertellen waarvoor ze zich schamen. Prille dertigers die hun nieuwe voordeur vieren, verkondigen luidkeels dat ze vanaf nu nooit meer jarig willen zijn, terwijl tachtigers zich beledigd voelen wanneer je hen ‘bejaard’ noemt. Alles en iedereen om ons heen schreeuwt zo hard de boodschap ‘blijf jong’ uit dat we meer schrik hebben voor onze rimpels dan voor de opwarming van de aarde. Om maar te zeggen: we zijn niet zo tuk op ouder worden.
‘De woorden “oud” en “ouderdom” zijn heel zwaar beladen’, zegt psychogerontologe Nancy Van Ranst. ‘Niemand kleeft graag het etiket ‘oud’ op zichzelf. Het is een begrip waar mensen niet van houden, een lelijk woord. Er komen hoe langer hoe meer ouderen bij in de samenleving, maar ook zij noemen zichzelf liever niet zo. Alternatieven zoals ‘senioren’ en ‘medioren’ zijn bedacht om het woord te vermijden, maar eigenlijk zijn dat maar lapmiddeltjes. Er heerst een zeer negatief ouderdomsbeeld, al decennialang.’
Gerontofobie, de angst om ouder te worden, is niet nieuw, zegt de Britse journaliste en medisch sociologe Anne Karpf in How to age, een boek dat ze schreef voor The School of Life. De bewoners van het eiland Samoa begroeven hun senioren terwijl ze nog leefden en in afgelegen delen van Japan werden mannen van een bepaalde leeftijd vroeger opgegeten. Maar zo was het niet altijd en overal. Toen de levensverwachting veel lager lag en ouderdom nog iets zeldzaams was, was ‘oud’ vaak een synoniem voor macht, aanzien en gezag. In het oude Griekenland kon je pas lid worden van een jury wanneer je vijftig jaar of ouder was en in de zeventiende eeuw droegen mannen witgepoederde pruiken omdat ze er ouder uit wilden zien. De houding ten opzichte van ouderen is door de eeuwen heen vaak veranderd, en niet altijd in de positieve zin.
‘In de negentiende eeuw begon men heel anders over ouderdom te denken’, schrijft Anne Karpf. ‘Het idee dat ouder worden bij de menselijke conditie en de daarbij horende beperkingen hoort, maakte plaats voor het beeld van ouderdom als een biomedisch probleem waar wellicht een wetenschappelijke oplossing voor is. Ouderdom werd een ziekte, een kwaal.’
Dat denkbeeld zette zich naarstig verder in de twintigste eeuw, onder invloed van de verstedelijking en industrialisering. Meer dan ooit is onze maatschappij gericht op economische groei, op winst en opbrengst. We leven in een jeugdcultus, in een samenleving die vooral succes, geluk en rendement wil zien. Iedereen moet presteren, en wie dat niet kan, wordt beschouwd als een last. Oudere mensen verliezen waardering en krijgen een minder grote rol toebedeeld in de samenleving, precies omdat ze niet passen in het plaatje van vooruitgang. ‘Ouderen bevinden zich tegenwoordig in een paradoxale situatie’, schrijft Karpf. ‘Als ze vroeg met pensioen gaan, parasiteren ze op de jonge mensen. Als ze na hun pensioengerechtigde leeftijd blijven werken, houden ze banen bij de jongeren weg. In plaats van ouderen te vereren, komen we er nu tegen in opstand.’

Bang voor verlies
Behalve aan gerontofobie lijdt onze cultuur ook aan thanatofobie, zegt de sociologe, een overweldigende angst voor de dood. ‘De dood wordt in westerse landen steeds meer als een medisch gebrek gezien, in plaats van als een onvermijdelijk onderdeel van het leven. We zijn de dood als iets onnatuurlijks beginnen beschouwen. Ouderdom en de dood staan voor alles wat moderne samenlevingen dachten te hebben overwonnen, wat ze hoopten uit de weg te hebben geruimd.’ ‘We koppelen ouderdom vooral aan eindigheid en dood, aan achteruitgang en verlies’, zegt ook psychogerontologe Nancy Van Ranst. ‘Daarom willen we die fase liefst zo lang mogelijk uitstellen, of ontkennen dat we erin beland zijn. Ouder worden ís dan ook niet altijd een plezierreisje. Hoe meer je opschuift in het leven, hoe meer kans je hebt op verlieservaringen. Je verliest mensen in je omgeving, je boet in aan zelfstandigheid, je kan de dingen die je vroeger deed niet zomaar meer doen, … Dat zijn grote uitdagingen om mee om te gaan. Ook fysiek valt er nog weinig te winnen. Je kan proberen om zo lang mogelijk gezond te blijven, maar onvermijdelijk ga je ook op dat gebied achteruit. Dat zijn allemaal toekomstbeelden waar we bang van zijn.’

Dat vrouwen en mannen vandaag gemiddeld 82,9 en 77,9 jaar oud worden, en dus nog een ruim stuk van hun leven in te vullen hebben wanneer ze de kaap van vijftig overschrijden, lijken we vaak te vergeten.

Vroeger hoorde verlies bij het leven. Grootouders leefden én stierven in hetzelfde huis als hun kinderen en kleinkinderen, waar ze na hun dood nog dagenlang opgebaard lagen. Boeren zagen kippen en schapen geboren worden en sterven. Mensen waren veel meer vertrouwd met de natuur, met de cycli van leven en dood. Ze vonden steun in een godsdienst, wat de angst voor het einde verzachtte. Vandaag houden we onze kinderen liever weg van crematoria of begrafenissen, en scheiden we mensen die oud of stervend zijn af van de rest van de maatschappij. We hebben geen god meer die de dingen voor ons verklaart of ons geruststelt. Afscheid is iets geworden waar we slecht mee om kunnen. In onze consumptiemaatschappij is daar ook geen plaats voor: we vervangen alles, zelfs voor het versleten is. Er is geen tijd voor achteruitgang, laat staan voor de dood, die we meer en meer ervaren als ‘een onrecht’. ‘We moeten oefenen om aan de dood te denken,’ schrijft Anne Karpf, ‘en ons gevoel van almacht laten varen.’ Een meer boeddhistische visie zou daarbij kunnen helpen: daarin is de dood geen achtervolger, maar onze metgezel in het leven.

Weg met betutteling
We willen allemaal ouder worden, maar niemand wil het zíjn. In onze maatschappij zijn we vooral bezig met zo lang mogelijk jong blijven. Opvallend, want we worden wel steeds ouder. De gemiddelde levensverwachting is de voorbije honderd jaar fenomenaal toegenomen, dankzij betere leefomstandigheden en doorbraken in de gezondheidszorg. Het leven eindigt al lang niet meer op je zestigste. Eén op de drie meisjes die vandaag geboren worden, zal waarschijnlijk ooit honderd kaarsjes mogen uitblazen op haar verjaardagstaart. Het laatste hoofdstuk in ons leven is flink aangedikt, en toch kijken we er nog steeds met even grote schrikogen naar. ‘Omdat niemand je leert wat je met die extra tijd moet doen’, zegt Paula Marckx (91). ‘De wetenschap doet er alles aan om de mensen ouder te laten worden, maar de maatschappij vergeet om ons daar ook op voor te bereiden. Dus zitten veel oudere volwassenen – ik heb een hekel aan het woord ‘ouderen’ – in het rusthuis te wachten op hun dood.’ Paula is een Antwerpse schrijfster en mensenrechtenactiviste. Met haar boek Jonger ouder worden, dat eind maart verscheen, wil ze laten zien dat ouder worden niet langer een vanzelfsprekende periode van aftakeling is. Probleem is dat we nog niet gewend zijn aan de idee dat we wel degelijk goed én lang kunnen leven’, zegt ze. ‘Gezond ouder worden is nieuw, onbekend terrein. We hebben nooit eerder geleefd met miljoenen gezonde, oudere volwassenen. De meeste mensen glijden bijna ongemerkt in die levensfase zonder op voorhand te hebben stilgestaan hoe fijn die periode kan zijn. We denken liever niet aan die fase in ons leven, omdat we nog steeds denken dat het een fase is waarin alles stopt. Gevolg is dat veel zeventigers en tachtigers plots beginnen denken: nu is het voor mij voorbij. Niemand die hen zegt dat dat níet waar is.’
Nog een probleem, volgens Paula, is betutteling. ‘Oudere mensen worden doorgaans voorgesteld als kwetsbare dametjes en heren in bejaardentehuizen of instellingen die hulp nodig hebben. Positieve beelden van senioren worden amper naar buiten gebracht. Dat is jammer, want er zijn meer en meer gezonde, actieve en productieve senioren die een totaal ander leven leiden dan wat van hen verwacht wordt.’

Goesting in het leven
De eerste veertig jaar van ons leven zitten we in een voortdurende stroom van enorme veranderingen. We leren lopen en praten en studeren tot we een diploma hebben. We gaan relaties aan en verbreken ze weer, zetten kinderen op de wereld en zoeken intussen naar de job van ons leven. Als al die dingen achter de rug zijn, worden we plots bewoner van de planeet Oud, of we ons nu zo voelen of niet. ’Wat raar dat we mensen van vijftig, zestig of honderd als één groep zien’, schrijft Anne Karpf in How to age. Ze raakt daarmee één van de meest diepgewortelde vooroordelen over het ouder worden aan, namelijk dat het een tijd van stilstand is. De gedachte leeft nog steeds dat je op je vijftigste in een transitzone terechtkomt, een soort van wachtkamer waar je stilletjes kan beginnen indommelen in afwachting van je gepensioneerde leven. Dat vrouwen en mannen vandaag gemiddeld 82,9 en 77,9 jaar oud worden, en dus nog een ruim stuk van hun leven in te vullen hebben wanneer ze de kaap van vijftig overschrijden, lijken we vaak te vergeten. De mens is overigens een van de weinige zoogdieren die menopauzale, dus niet-vruchtbare vrouwtjes in leven houdt (en dat wel nog zo’n dertig jaar), zegt Dirk Van Duppen, samen met Johan Hoebeke auteur van het recente boek De Supersamenwerker. De andere primaten sterven meestal snel als ze niet vruchtbaar meer zijn, bij de mens is dat niet zo. Daar moet een goede reden voor zijn. De menopauzale vrouw speelt een belangrijke rol in de clan, onder andere voor de opvoeding van de kleinkinderen. Maar er is op die leeftijd meer aan hen dan een goede oppas.

‘Er loopt iets heel erg fout in de beeldvorming omtrent vijftigplussers’, zeggen Ann Lemmens en Hélène Van Herck. Toen zij vier jaar geleden vijftig werden, waren ze verontwaardigd over het beeld dat in de media opgehangen wordt van de ‘rijpere vrouw’, zoals ze zich vanaf dan mochten noemen: als uitgebluste koppels, dobberend in een roeibootje, klaar om rustig op de achtergrond te verdwijnen. ‘Een beeld waar zelfs mijn ouders van tachtig zich niet in kunnen terugvinden’, aldus Ann. Om de media én hun leeftijdsgenoten te laten zien dat het leven heus niet stopt op je vijftigste, stampten Ann en Hélène WIFTY uit de grond, een online community voor en door women in their fifties die vertellen over hun leven, werk en passies.
‘We draaien het schrikbeeld om. Ouder worden is niet iets om bang van te zijn, het is léuk. Je hebt geen last meer van maandstonden, je kinderen zitten op kot of zijn het huis uit. Je hebt de wereld niets meer te bewijzen, want je hebt het allemaal al bewezen. Heerlijk, toch? Als vijftiger sta je middenin het leven. Je hebt al een pak levenservaring opgedaan, en tegelijkertijd staat er nog zoveel te gebeuren. Wij zijn de generatie die Madonna, punk en new wave heeft meegemaakt. We hebben goesting in het leven, zijn ambitieus en voelen ons aantrekkelijk. Het is tijd dat de wereld dat inziet.’ Vrouwen zoals Ann en Hélène zetten zich af tegen het heersende ouderdomsidee en weigeren om nog langer onzichtbaar zijn. ‘We krijgen bijna elke dag mailtjes van vrouwen die vertellen dat ze zich meer dan ooit goed in hun vel voelen. Vrouwen die dankzij de verhalen van andere vijftigplussers op onze website of Facebookpagina hun onzekerheid achter zich durven te laten en opnieuw vollop genieten van het leven. De aangroei van onze fans bevestigt dat positieve voorbeelden nodig zijn.’

De voordelen erkennen
Ouder worden heeft dus ook duidelijke voordelen. Leeftijd brengt wijsheid, kracht en mildheid met zich mee. Die kwaliteiten zijn een zegen voor gemeenschappen en maatschappijen, en die boodschap willen steeds meer vrouwen vandaag de wereld in sturen. Vrouwencirkels, ontmoetingen waarbij vrouwen hun vragen en twijfels, maar ook hun wijsheid, talenten, passies en inzichten met elkaar delen, zijn aan een duidelijke opkomst bezig. Ze nodigen vrouwen uit tot het ontdekken van hun eigen innerlijke vreugde en kracht, en zijn een herwaardering van alle vrouwelijke levensfases, ook die van de zogenaamde crone: de rijpe, wijze vrouw die in oude culturen een belangrijke rol had. Een heel ander beeld dan wat je bijvoorbeeld ziet in films, waarin oudere vrouwen én mannen vooral geassocieerd worden met gebreken en neerslachtigheid, of neergezet worden als zuurpruimen.
Natuurlijk brengt ouder worden ook lichamelijke uitdagingen en ongemakken met zich mee, daar moeten we niet blind voor zijn. Maar het is meer dan zomaar een biologisch lot. ‘Verantwoordelijkheidszin voor gezondheid is een noodzaak in deze eeuw’, zegt Paula Marckx. ‘Het leven is wat wij ervan maken. De belangrijkste ziektes bij mensen tussen vijfenzestig en tachtig hebben niet noodzakelijk te maken met hun ouderdom, maar eerder met hun manier van leven. Als studies aantonen dat zeventig procent van de kenmerken van ouder worden, bepaald worden door de manier waarop je leeft, en dertig procent genetisch is, wordt het dan niet hoog tijd om dat in te zien, in plaats van te hopen op een wonderpil?’ Ouder worden is geen ziekte die we moeten genezen, zoals de evolutie van de medische wereld ons soms wil doen geloven. Het is een onvermijdelijke fase van het menselijk leven waar we door moeten, maar waar we ook iets van kunnen maken.
‘Doordat we zoveel energie steken in het tegengaan van dat doodnormale verouderingsproces vergeten we soms om betekenis te geven aan die periode’, zegt Paula Marckx. ‘We moeten niet streven naar een tweede jeugd, maar we moeten leren hoe we zinvol, creatief en productief die tweede fase van ons leven kunnen invullen. Want er valt veel meer te beleven dan citytripjes maken of kaart spelen met de buren.’
De Nederlandse Annie Karssen maakte op haar 58ste haar langgekoesterde droom waar en werd lingeriemodel voor textielketen Zeeman. In eigen land haalt de 88-jarige Rachel Hanssens, voormalig Belgisch atlete, nog steeds medailles binnen in disciplines zoals gewichtwerpen en kogelstoten, en is ze nog bijna dagelijks op de atletiekpiste te vinden. Dagny Carlsson, een Zweedse vrouw van 104 jaar, kocht op haar honderdste voor het eerst een computer en heeft nu een blog met duizenden volgers. De mogelijkheden die onze maatschappij vandaag biedt, zijn niet beperkt tot een bepaalde leeftijd – op voorwaarde dat je ze ziet liggen.

‘Afscheid is iets geworden waar we slecht mee om kunnen. In onze consumptiemaatschappij is daar ook geen plaats voor: we vervangen alles, zelfs voor het versleten is.’

Vandaag is geen slecht moment om dat nieuwe ouderdomsbeeld in te planten en te doen groeien. ‘Er is nog nooit een tijd geweest waarin mensen zoveel konden kiezen als nu’, zegt psychogerontologe Nancy Van Ranst. ‘We zitten minder dan ooit vast in verwachtingspatronen. We kunnen onze levensloop zelf vormgeven, en dat geldt voor alle leeftijdscategorieën. Niemand zegt wat je moet doen. We kiezen zelf wat we als zinvol of creatief beschouwen, of waar we voldoening uit halen. Voor zeventigers en tachtigers is dat minder evident dan voor de huidige generatie twintigers en dertigers, maar ook zij krijgen die vrijheid om individuele keuzes te maken. Steeds meer mensen doen dat ook. Ze schuiven het stereotype beeld van uitgebluste of uitgerangeerde oudere van zich weg, omdat ze de keuze hebben om dat te doen.’

Leeftijdloosheid
Trots zijn op je leeftijd en je verzetten tegen het heersende ouderdomsbeeld is niet altijd eenvoudig in een maatschappij waarin vijftigplussers bedankt worden voor bewezen diensten omdat ze te oud – of te duur – zijn geworden. Vrouwelijke actrices met grijze haren krijgen geen boeiende rollen meer, terwijl de George Clooneys van deze wereld miljoenen binnenrijven met hun grijze haren. Maar het tij begint stilletjes te keren. Of zo lijkt het toch. Actrices als Meryl Streep en Susan Sarandon eisen met veel klasse bewondering op voor hun leeftijdscategorie. Journaliste Ilse Ceulemans, die ooit hoge ogen scoorde met haar blog over de balans tussen werk en moederschap, roept in haar blogs op om de 40-plus vrouw weer volop te waarderen in het arbeidscircuit. Het televisieprogramma Hotel Römantik, waarin een groep single zestigplussers samen op vakantie vertrekt naar Zwitserland, laat tussen de groene bergen en koeien zien dat het nooit te laat is om de liefde van je leven te vinden. Schoenenbedrijf Torfs geeft vijftigplussers volop kansen op de werkvloer, televisiegezicht Martine Prenen laat met Menopower zien dat de menopauze geen pauze maar een nieuwe start betekent, en ook gezondheidsspecialiste Leen Steyaert scoort hoog met haar boek Stralend door de menopauze. Menopauze is geen ziekte die ‘behandeld’ moet worden, maar een fase die vrouwen die er bewust mee omgaan ook als bekrachtigend kunnen ervaren. Het is duidelijk: vijftigplussers hoeven niet stiefmoederlijk meer behandeld te worden, maar nemen deze bijzondere levensfase weer meer en meer in handen. Want elke leeftijd is een tijd om te leven, ongeacht het cijfer achter je naam. Of waarom nog getallen gebruiken, vindt Paula Marckx. ‘Ik pleit ervoor te streven naar leeftijdloosheid. Daarmee bedoel ik niet de eeuwige jeugd, maar een gemoedstoestand. Voor mij bestaat er niet zoiets als een generatiekloof. Jong en oud, we zijn één generatie. Hoe je je voelt of wat je doet, heeft niets te maken met je leeftijd, noch met je geslacht – want dit alles geldt net zo goed voor mannen – maar met persoonlijkheid en karakter. Laten we ons daarop focussen, en elkaar inspireren om op het even welke leeftijd te geloven in onszelf.’

  • MEER LEZEN
    – Ouder worden, hoe doe je dat? (oorspronkelijke titel: ‘How to age’), Anna Karpf (De Arbeiderspers, 2014)
    – Jonger ouder worden, Paula Marckx (Houtekiet, 2016)
    – De community van WIFTY (women in their fifties) vind je op www.wifty.be

 

Bottom-uptehuizen, een nieuwe trend?
Het is één van de grootste uitdagingen van deze eeuw: de groeiende groep ouderen letterlijk een plaats geven in de samenleving. Het combineren van zorg en wonen in een aangename, leefbare omgeving is een aartsmoeilijke opdracht. Tehuizen in ons land zitten overvol, maar zijn voor veel ouderlingen de laatste keuze. Niemand wil immers graag verhuizen naar een woonvorm waarin je niet meer kan kiezen tot hoe laat je slaapt of wanneer je aan tafel schuift. In rust- en verzorgingstehuis Tubberödhus, op het West-Zweedse eiland Tjörn, pakken ze het anders aan. Hier hebben de bewoners evenveel inspraak in het reilen en zeilen van de instelling als het personeel. De tachtigplussers beslissen zelf wat ze eten, hoe laat ze opstaan en welke uitstapjes ze willen maken. Deze bottom-up aanpak loont: de levenskwaliteit van de bewoners van het rusthuis is er op vooruit gegaan, net zoals het werkplezier van het personeel. Een model dat ook in België kan werken?

Bron: PSYCHOLOGIES magazine, elke maand verrassende artikelen, waardevolle inzichten en slimme weetjes over ons brein, persoonlijkheid, relaties, werk en gezondheid

Tekst: Lien Lammar – Illustratie: Eugenia Loli