Piet Teigeler

Piet Teigeler

 

Piet Teigeler (80) is onze oudste Wifty Guest! En daar zijn we fier op want Piet is niet zomaar de eerste de beste. Hij heeft al een paar levens achter de rug als hoofdredacteur, barman, beatnik, content producer én auteur van 17 misdaadromans. Daarnaast is hij een aimabel medemens met veel gevoel voor humor. Een man naar ons hart dus, we lezen maar wat graag zijn kijk op de dingen des levens die hij ventileert vanuit Spanje.

Ik geef toe E-coli, cholera en allerlei ingewandswormen zijn ook niet alles, maar daarom vind ik gechloreerd water nog niet lekker. 

In de tijd toen de journalistiek nog weinig specialismen kende, ging ik van een assisenproces naar een wijnproeverij. Tussen de verschillende slokjes die wij blind zouden proeven, werd je verondersteld je verhemelte te zuiveren (clean your palate) met helder water. 

‘Gadverdamme,’ zei ik, ‘dat is zuivere chloor!’

De Zuid-Afrikaanse wijnhandelaar die de demonstratie had georganiseerd, snoof voorzichtig aan de waterkruik. Uit zijn verblufte gelaatsuitdrukking concludeerde ik dat ze dat blijkbaar niet overal deden, het kraanwater met chloor vergiftigen. 

Flash-back: mijn moeder, die haast nog Antwerpser was dan ik, waarschuwde ons altijd voor kraantjeswater, want dat was heel ongezond. Veel later las ik dat de patiënten van het Sint-Elizabethziekenhuis, waar wij vlak tegenover woonden, al in de zestiende eeuw tafelbier te drinken kregen. Het water, dat werd opgepompt in het moerassige estuarium van de Schelde, was namelijk vrijwel ondrinkbaar.

Of hoe een aangeleerde reflex de gewoonten blijft bepalen na vier eeuwen. (Nota aan mijzelf: niettemin hard lachen met lieden die zich, zevenhonderdveertien jaar na de Guldensporenslag nog bezig houden met vendelzwaaien). 

Intussen is er natuurlijk geen probleem meer met leidingwater. Behalve dus dat het zo smerig smaakt. Thuis gebruiken wij een filtreerkan en die werkt de horrorsmaak afdoende weg.

De smaak van de chloor dus, niet de aanwezigheid van het goedje. Maar daar sluit ik de ogen voor, want dan denk ik aan dat alternatief waar ik dit verhaal mee begon. Ik bedoel: als je al fijn stof in je hersens hebt zitten, dan zal die ene slok chemie ook het verschil niet meer maken. 

Behalve in restaurants, waar je de keuze niet hebt, kopen wij geen flessenwater meer. Dat heeft alles te maken met die Nederlandse sjacheraar die leidingwater in flessen doet en dan een merknaam bedenkt waar Frans-achtige synoniemen van bronwater in voorkomen. 

Daarbij denk ik met genoegen terug aan wijlen onze Britse vriend Christopher, ooit schepen van ’t een of ’t ander in Bolulla. Dat dorpje in de heuvels, beschikt over bronnen waar ze tot in de Vogezen jaloers op zijn. Maar toen ze dat hemelse water in de leiding gingen kanaliseren, zei Europa dat er voortaan een spaarbekken met chloor moest komen. 

Onder het dichtgeknepen oogje van Chris, werd er toen een bypass aangelegd, recht van de bron naar 1 kraantje, dat stoemelings onder een boom staat, ergens in het dorp. 

Voor de vrienden.

Piet