Schermafdruk 2015-06-01 17.32.34
TGIT! Thank God it’s Tuesday! En dan mag eens een beetje gefilosofeerd worden over een sympathieke en hardnekkige taalfout die bijna iedereen maakt. (Behalve Limburgers ;-))

Wifty Guest Jan mailde onze volgende observatie.

‘Bij de Wim, heb ik het gebouw helemaal gestript, en van binnen alles nieuw gezet. Bij de Nadia, was er minder werk.’ En toen viel er een stilte.

Jacky is een vriendelijke, goeduitziende zestiger. Gepensioneerde sportleraar, hij reist graag  met zijn vrouw Erna, en hij renoveert de huizen van zijn kinderen, Wim en Nadia. Dertigers met een eigen gezin.

Al twintig jaar komt hij naar hetzelfde skilhotel in het Zwisterse Braunwald, met het gezin van zijn dochter. Wij schuiven wel eens bij elkaar aan tafel, Vlamingen in de wereld,  en Jacky vertelt graag over de verbouwingen die hij gedaan heeft.

Bij de Wim, heb ik het gebouw helemaal gestript, en van binnen alles nieuw gezet. Bij de Nadia, was er minder werk.’

Er valt ineens een grote silte, het is alsof Jacky een bom gedropt heeft.

‘De Nadia’, roept Nadia verschrikt uit. ‘De Nadia, pa, dat zeg je toch niet.’

Jacky kijkt wat verbouwereerd, en moet dan toegeven. De Nadia, waarom zeg ik dat nu?’

‘De Erna, dat zeg je toch ook niet tegen mij’, valt Erna in. ‘En de Frieda, dat trekt er ook niet op’, vervolledigt mijn echtgenote het verontwaardige lidwoordvrije vrouwenfront.

Jacky hulpeloos naar mij alsof ik het antwoord weet.

‘Tja’, denk ik luidop. ‘Dat lidwoord voor een eigennaam, dat is blijkbaar alleen voor mannen. De Jacky, de Bruno, de Jan. Vreemd. En dan enkel voor een voornaam, en niet voor een eigennaam. Den Yves, maar niet de Leterme, de Sven, maar niet De Nys. ‘

‘De Sven Nys, dat heb ik toch al gehoord,’ oppert Bruno, de man van Nadia.

‘Awel, de Nadia, dat zegt niemand, zegt (de)Nadia nog eens.

In Limburg  wordt dat lidwoord voor een naam niet gebruikt, en ook in de Vlaanders niet.  Het is typisch iets van Brabant en Antwerpen. Mooi onderwerp om een thesis over te schrijven’, denk ik nog steeds hardop.

‘Ja, maar waarom’, vraagt mijn dochter Pauline, die ineens aan haar  vermaldijde lessen Nederlands moet denken. ‘Een eigennaam is iets heel anders dan een gewoon substantief, het verwijst naar iemand uniek, en dan kan je toch geen lidwoord gebruiken. Anders wordt het een soortnaam.’

We staan allemaal even paf van zoveel taalkundig inzicht.

‘De mama’, roept Nadia ineens uit. ‘Wij zeggen vaak ‘de mama’. Zoals een moeder tegen haar kind dat iets stout gedaan heeft. Ik heb het vorige week nog gehoord. ‘Nu is de mama heel boos.’

‘Die mama spreekt over zichzelf in de derde persoon, zoals Eddy Wally. Dat kind zal nog veel trauma’s van de mama overhouden.’ Pauline is echt niet op haar mondje gevallen.

‘Je gebruikt die ‘de’ voor een mannelijke eigennaam als je het over hem hebt. Ik kan tegen Bruno zeggen: de Jacky is ene toffe gast., maar ik kan niet tegen de Bruno zeggen: de Bruno, je bent een toffe gast.

Ik vind het eigenlijk wel een sympatieke uitdrukking, er spreekt vertrouwen uit, bekendheid. Ik denk niet dat  je dat zou zeggen over iemand die je echt niet moet hebben.

Dus, Nadia, de Nadia is eigenlijk een uiting van liefde.

‘Allee, dan is het goed.’
Schermafdruk 2015-04-16 11.09.25Wifty guest Jan Flamend (Sint-Truiden, 1959) studeerde Germaanse filologie en Wijsbegeerte. Hij leidt de internationale sales consultancy Valueselling.be. Hij schreef diverse boeken over literatuur, taal en verkoop. Ook poëzie en fictie. Zijn meest recente boek heet Bestemming Ethiopië. 

Meer info vind je op www.valueselling.be en www.janflamend.be.