Sonia Debal

 

Ik vroeg vriendin Sonia of ze voor Wifty een gedicht kon selecteren, naar aanleiding van Valentijn. Ik laat me graag verrassen door haar, want Sonia is niet de eerste de beste…

Sonia is op zijn zachtst uitgedrukt een straffe madam, een vurige doorzetter (Paard) met een gevoelig zieltje (Kreeft). Ze werd vorig jaar 60, trouwde 38 jaar geleden met Jo en is de trotse moeder van Jeroen (34) en JELLE (31), twee fantastische zonen. Ze studeerde Germaanse Filologie aan de KUL, volgde een opleiding dramatische expressie en gaf 15 jaar Nederlands en Engels aan het hoger secundair.

Gefascineerd door vrouwenlevens creëerde ze in 1987 met steun van het Brugse kunstencentrum de Werf de poëzie/theaterproductie ‘I, being born a woman’  over het leven en werk van de Amerikaanse dichteres Edna St Vincent Millay en in het najaar van 1989 ging ‘Gesloten Spiegels’ in première, gebaseerd op gedichten van de Nederlandse schrijfster Ellen Warmond.

In 1991 werd Sonia directeur van de Koninklijke Brugse Stadsschouwburg, van meet af aan een warm, open huis voor een generatie vernieuwende, jonge kunstenaars die later tot de wereldtop gingen behoren. Onder haar impuls verwierf Brugge in 1995 de erkenning als Cultuurcentrum in de hoogste categorie. Wat nieuwe perspectieven opende naar subsidiëring, personeel en aanbod. De infrastructuur werd uitgebreid met drie extra podiumzalen: de Dijk, de Biekorf en de Maz – en tentoonstellingsruimten: de Bond, Garemynzaal en Bogardenkape.

In 1996 kreeg Sonia een vaste aanstelling als directeur van het Cultuurcentrum Brugge. Met het spraakmakende multidisciplinair project Vrouwentongen – De stem van vrouwelijke kunstenaars” met oa werk van Marina Abromovic werd meteen de toon gezet voor een eigenzinnig parcours hedendaagse (beeldende) kunsten met duidelijk een voorbehouden plaats voor vrouwelijke kunstenaars

Later volgden nog baanbrekende projecten zoals AngelsDe Stilte van de SluierSpice & SpiritThe MessengerNostalgia enz. In 2004 lanceerde het Cultuurcentrum met succes het tweejaarlijkse accordeonfestival Airbag dat uitgegroeid is tot een internationaal vermaard muziekfestival.

Gepassioneerd door hedendaagse dans, timmerde Sonia volhardend aan een volwaardig platform voor deze kunstvorm. Brugge is anno 2015 the place to be voor de hedendaagse dansliefhebber. Dit succesverhaal gaf in 2007 de aanzet voor de eerste editie van het gerenommeerde internationale  dansfestival December Dance, een samenwerking met het Concertgebouw.

[typography font=”Vollkorn” size=”24″ size_format=”px”]Vorig jaar september gaf Sonia haar fakkel door, maar ze blijft haar passie trouw: “Als kersverse directeur had ik een droom… Men zegt wel dromen zijn bedrog, maar dromen kunnen werkelijkheid worden voor hen die sterk genoeg zijn om erin te geloven. Op naar een nieuwe droom!“[/typography]

Vandaag kreeg ik van Sonia een mooi gedicht van Antjie Krog:

Antjie Krog

Dag Hélène, hierbij een gedicht van Antjie Krog (1952), een van de meest veelzijdige en bekendste schrijvers van Zuid-Afrika. Ik heb haar ontmoet toen zij op donderdag 16 november 2006 samen met Tom Lanoye  op het podium van de Brugse schouwburg stond met het programma ‘Kaap die goede woord’.

Een fantastische vrouw en kunstenares. Zij las toen met veel présence voor uit haar bundel ‘Lijfkreet’ waaruit Huwelijkslied 2 afkomstig is. In deze tweetalige bundel met aangrijpende cycli en losse gedichten als ‘Acht menopauzesonnetten’, ‘Statement van een oma’ en ‘Ode aan een ander leven’ dicht Krog over de ouder wordende vrouw. Ze bezingt haar onderwerp in een rijk arsenaal aan emoties, van ontgoocheling en woede tot berusting en milde zelfspot. Miniteus ontkleedt Krog het kwetsbare en gekwetste lichaam en zoekt ze de contrasten op tussen binnen-en buitenwereld.

Ik vind de bundel een echte aanrader. De vertaling is ok maar in het klankrijke Zuid-Afrikaans klinkt het nog veel sterker, mooier en aangrijpender.

Lieve groet,

Sonia

 

[typography font=”Lobster” size=”24″ size_format=”px”]Huwelijkslied 2[/typography]

onverwachts jouw hand in de mijne 

de bekende stand van je duim 

een handpalm die altijd zichzelf is 

 

je hand straalt mildheid uit 

een restant dat ik niet kan benoemen 

als jij mij vasthoudt haal ik vrijuit adem

 

de wereld ligt vol van onze liefde 

dag na dag wik ik je samen met mij mee 

totdat ik woorden wegen kan in glans en geur 

 

ranselend van licht pak jij stelten in 

zo onbestreden ver en helder is het zelden 

je trekt me van de wand terug 

 

weet me tot menselijkheid te overreden 

keert me naar de toppen van gerechtigheid 

omwille van niemand 

 

niemand die de taal meer bemant dan jij 

niemand die meer dan jij elke fluistering 

laat ontbranden uit angst voor verlating of verlies 

 

feilloos peil je, onverschrokken grijp je grof 

uit zoveel anderen heb je mij gekozen 

maar intussen ben je grijs geworden 

 

en onbeholpen weerloos in je schede 

om wie ik ben heb je mij opgenomen 

vanuit mijn longen heb ik je lief 

 

je deugdzaamheid gaat een liefde lang mee 

een mensenleven lang houden je rust en duur stand 

mijn ogen gaan rondom jou open 

 

mijn mond wordt blind aan jou vermaakt 

jij doorgrondt en erkent mij 

vanuit mijn ooghoeken licht je op 

 

maar nu vanmiddag jouw hand 

peinzend in de mijne,  maakt duidelijk 

dat wij één vlees zijn en uiteindelijk 

 

door dik en dun elkaars gelijke :  

jij zult sterven net als ik 

en net als ik zul je dat alleen doen 

 

zelfs niet de dood, liefste 

kan ons daarvan scheiden 

 

[typography font=”Lobster” size=”24″ size_format=”px”]Huwelijkslied 2[/typography]  in het Zuid-Afrikaans

 

onverwags jou hand in myne 

die bekende stand van jou duim 

’n palm wat altyd homself is 

 

jou hand gee ’n mildheid af 

’n restant wat ek nie kan benoem nie 

as jy my vasthou haal ek vrylik asem

 

ons  liefde lê die wêreld vol 

dag vir dag  weeg jy met my 

totdat  ek woord kan wik van glans na geur 

 

striemend van lig pak jy stelte in 

so onbestrede ver en helde is dit selde 

van die wand pluk jy my terug 

 

haal my tot menslikheid om 

draai my na die rant van geregtigheid 

om geen naams onwil 

 

niemand kan taal meer beman as jy nie

niemand ontbrand soos jy 

elke fluistering uit verlaat en verlies nie 

 

soomloos peil  jy, vreesloos rand jy vrot aan 

uit al die ander het jy my gekies 

maar intussen het jy grys geword 

 

en onkant weerloos in jou skede 

om myself het jy my ingevat

uit my longe uit het ek jou lief 

 

jou eerbaarheid vul die lengte van ons liefde 

lank-uit hou jou rus en duurte stand

my oëk maar rondom jou oop 

 

my mond word blind aan jou bemaak 

jy  deurgrond en erken my 

jy brand van ver af uit my ooghoeke 

 

maar jou hand vanmiddag 

ingedagte in myne, openbaar

dat ons een vlees en uiteindelik

 

van kant tot wal mekaar se gelykes is :

jy  sal doodgaan net soos ik 

en net soos ek sal jy alleen dit doen 

 

nie eers die dood nie, liefste 

kan ons  hiervan skei