“Ik merk het leeftijdsverschil niet, behalve in onze muzieksmaak. Gelukkig hebben we nooit de radio opstaan.” Jana (35), de vrouw in ‘Zei mijn vrouw’ van schrijver, journalist en poëtische ziel Marnix Peeters (51)

In ‘Zei mijn vrouw’ bundelt Marnix Peeters de gesprekken die hij voert met zijn vrouw.

Reflecties over vrijheid, over vogels, over zijn leven als schrijver en huisman verschenen eerder als Brieven uit de Oostkantons, Marnix’ reeks columns in De MorgenAls Zeus en Hera wonen Marnix en Jana op hun berg in de Oostkantons.

Hoe is het om samen te leven met een 50-plusser en hoe ziet zij zichzelf als Wifty, als vijftiger? Dat zijn vaagjes die we aan haar willen stellen.Bij deze:

Hoe is het samenleven met een 50-er, met een Mifty?

“Ik merk het leeftijdsverschil niet, behalve in onze muzieksmaak. Gelukkig hebben we nooit de radio opstaan :-) Mijn job is digitaal dus als er iets met computers moet gebeuren, dan doe ik het. Maar dat heeft meer met interesse dan met leeftijd te maken. Wij vinden elkaar in onze nieuwsgierigheid, die verbindt ons en overstijgt elk leeftijdsverschil.

Soms zie ik iemand in de krant die dezelfde leeftijd heeft als Marnix en denk ik: wat een verschil. Net zo met mensen van 35. Sommige mensen zijn oud geboren, anderen zijn op hun tachtigste méér mee dan sommige dertigers. Mijn grootmoeder van 85 bijvoorbeeld, die mailt me regelmatig over de stand van de dingen in de wereld. Marnix heeft haar net Flightradar op de tablet leren kennen. Leeftijd is een extreem relatief begrip.

Marnix weet wat hij wil en wie hij is. Ik denk dat ik met een leeftijdsgenoot te weinig geduld zou hebben. Als ik al een verschil merk, is het alleen maar positief. Ik leer van zijn levenswijsheid. Door Marnix heb ik sneller ingezien wat belangrijk is. Ik heb minder tijd verloren.

Behalve ongemakken als een frozen shoulder en de nood aan een extra tandverzekering ziet Marnix ouderdom alleen maar als positief. Hij zou ook voor geen goud jonger willen zijn. We hebben dat wel eens gezegd: stel dat we er 8 jaar af doen bij hem en 8 jaar bij doen bij mij. Hoe zou het zijn om even oud te zijn? Maar ik ben best tevreden met mijn 35, het gaat al snel genoeg. Dus we houden het zoals het is. :) “

Hoe wil jij zijn op je 50? Of ligt dat nog iets te ver van je af?

“Als ik zie hoe ik veranderd ben in de voorbije vijftien jaar, dan ben ik ontzettend benieuwd naar hoe ik binnen vijftien jaar zal zijn. Er is weinig zo overschat als jezelf blijven, zoals sommige vrouwenbladen propageren.

Wie wil er in godsnaam zichzelf (lees: hetzelfde) blijven. Dat wil dan toch zeggen dat je te weinig geleefd, gezien, gedaan of nagedacht hebt. Ik hoop dat ik me nog minder zal aantrekken van wat anderen denken. Ik hoop dat ik nog meer mijn gedacht zal zeggen. Twee kwaliteiten die Marnix heeft verworven.

Ik bewonder vrouwen die van hun leeftijd hun kracht maken. Als ik zie hoe mijn schoonzus Annemie Peeters in haar radiostudio is, bijvoorbeeld. Ik hoop dat ik ook zo bekwaam zal worden in mijn vak. Of de eigenzinnigheid en complexloosheid van iemand als Nikkie Van Lierop, daar wil ik naar streven.”

+++

Achter elke sterke man staat een sterke vrouw. In het geval van Marnix Peeters is dat Jana. Zij blijkt niet alleen een beeldige muze te zijn, maar ook een lucide denker. De zaken die Marnix als schrijver opmerkt, houdt zij tegen het licht. Marnix komt met een idee, zij tot conclusies. De liefde tussen hen is onvoorwaardelijk.

Marnix heeft een jaar geleden voor ons  een prachtig stukje geschreven over 50 worden. Toen al voelden we die poëtische ziel. De uitspraak: ‘Eigenlijk mag je geen 50-jarige worden, toch niet in het hoofd’ is trouwens van Marnix Peeters en zegt àlles..

Een column als voorproevertje van het boek

(iets over de leeftijd vragen aan een oudere vrouw. Jana’s conclusie is goddelijk…!)

Een vrouw nodig

“Ik had laatst in een interview met Humo iets kritisch gezegd over het Groot Dictee der Nederlandse Taal, en nog diezelfde dag belde er iemand van een talkshow op de VRT om te vragen of ik bij hen iets gelijkaardigs wilde komen zeggen. Ik antwoordde dat ik dat prima vond.

Een uur later belde het meisje terug om te zeggen dat ze nog altijd wel iets over het Groot Dictee gingen doen, maar dat ze aan Saskia De Coster hadden gevraagd om de kritische noot te komen brengen. Ze hadden nog een vrouw nodig, zei de redactrice.

Ik zei: een vrouw nodig?

Inderdaad, zei het meisje. We moeten voldoende vrouwen uitnodigen.

Mijn vrouw was blij dat ik niet naar het programma hoefde — ik had haar die avond een mooi stuk roodbaars beloofd met een saus van venkel, salie, kerstomaatjes en grijze garnalen.

Wel gek, zei ze, smullend, dat de wereld zo in hokjes denkt. Dat er iemand achter een telraam zit om te zien of alles en iedereen evenredig vertegen- woordigd is. Dat zal wel heel goed zijn, maar het lijkt me niet echt te hélpen — in de échte wereld blijft de blanke man overal het hoogste lied zingen.

In de politiek heeft het gewerkt, zei ik. De tijd is voorbij dat er op de regeringsportretten één Paula D’Hondt wat bedremmeld de eer stond te redden in haar stijve jurk — dan nog als staatssecretaris van iets wat niemand anders wilde.

In het bedrijfsleven word je als vrouw hooguit glimlachend gedoogd, zei mijn vrouw, die heel wat ervaring heeft in het bedrijfsleven. Je mag erbij zijn en je zeg doen, maar dan hakken toch de mannetjes de knopen door. Ze keffen zelfs nog hárder als er een vrouw mee aan tafel zit, om indruk te maken. Het zit vermoedelijk in hun aard.

Ik vroeg laatst op een receptie aan een vrouw hoe oud ze was, zei ik — niet zomaar, het klopte in het gesprek — en ik schrok toen ik alle zes de omstanders — mannen én vrouwen — over me heen kreeg. ‘Zoiets vraag je niet aan een vrouw!’ klonk het uit alle kelen.

Ik stond daarvan te kijken. Het lijkt me hoogst normaal dat je iedereen op gelijke voet behandelt — ik houd de deur net zo goed open voor een man als voor een vrouw, ik vind dat iedereen z’n zin moet doen en daar alle kansen bij moet krijgen — maar dan moet iedereen ook wel stoppen met die flauwigheden. Ik zou bij God niet weten waarom ik niet zou mogen vragen hoe oud iemand is. Waarom zou een vrouw geen achtenvijftig mogen zijn zonder dat ze zich daar luidkeels over moet lopen schamen, met steun van de toeschouwers?

Was ze achtenvijftig? vroeg mijn vrouw.

Jip, zei ik. Ze zei het wel pas toen het gezelschap wat uitgedund was. In mijn oor.

Topsausje, zei mijn vrouw, die haar laatste stuk roodbaars wegzette en er geenszins een geheim van maakt dat ze vijfendertig is.”

Wifty’s advies? Boek kopen tiens! Om jezelf cadeau te doen en te geven.

Marnix Peeters Zei mijn vrouw
Zei mijn vrouw
Marnix Peeters
ISBN: 978 90223 3395 2
152 pagina’s
€ 18,50

 

Nog meer info over ‘Zei mijn vrouw’ 

Wil je nog meer weten en lezen over de andere boeken van Marnix Peeters, ga dan naar zijn site.